logo Facebook

Hypertensie

Inhoudtafel | Tekengrootte A A A
Menu verbergen

Albumine

Protéine dont la présence dans les urines est le signe d’une atteinte des reins

Ambulante Bloeddruk Monitoring

Techniek waarmee de bloeddruk thuis gedurende 24 uur op regelmatige tijdstippen kan worden gemeten.

Angiografie

Een angiografie is een onderzoek van de morfologie (de vorm) van een bloedvat met behulp van röntgenstralen en een contraststof.

Arteriool

Kleine slagader, tussen de slagaders en haarvaten in

Athérosclérose

Se manifeste par la formation de plaques d’athérome (contenant, entre autres, du cholestérol). Ces plaques font saillie et entraînent un rétrécissement des artères atteintes entravant ainsi la circulation du sang.

atheroomplaques

Manifestatie van atherosclerose ter hoogte van de aders.

Cardiovasculair risico

Risico op het ontwikkelen van een hartaandoening (angina pectoris, myocardinfarct) of een aandoening van de aders (CVA of cerebrovasculair accident; trombose van een ader in de benen).

Carotiden

Halsslagaders, aders links en rechts ter hoogte van de hals, die bloed van het hart naar het hoofd brengen.

Cerebrovasculaire accidenten

Verstoring van de doorbloeding in een klein of groter gebied van de hersenen. Het kan veroorzaakt worden door de afsluiting of het scheuren van een bloedvat. De zenuwcellen krijgen niet langer de zuurstof en andere stoffen die ze nodig hebben en sterven af.

Cholesterol

Een vet dat voor twee derde wordt aangemaakt in de lever en voor een derde afkomstig is uit onze voeding. Een te hoog cholesterolpeil draagt bij aan de vorming van atheroomplaques (zie atherosclerose).

Claudicatio intermittens

Meest voorkomende teken van arteriële insufficiëntie ter hoogte van de benen. Het wordt veroorzaakt door een afname van de bloedtoevoer naar de spieren.

Creatinine

Stof die afgeleid is van een bestanddeel van de spieren, creatine. Een creatininemeting geeft informatie over de nierfunctie (filtratiecapaciteit) en over de spiermassa van de patiënt.

Decompensatie

Ook hartfalen genoemd: onvermogen van het hart om voldoende bloed doorheen de aders te pompen om te voldoen aan de zuurstofbehoefte van het organisme.

Diabetes

Diabetes mellitus of suikerziekte is een chronische ziekte waarbij het glucosegehalte in het bloed te hoog is (hoge bloedsuikerspiegel). Deze situatie is het gevolg van een ontoereikende insulineproductie door de pancreas en/of van resistentie van de cellen ten opzichte van insuline. Glucose wordt dan minder goed opgenomen door de cellen en blijft in de bloedbaan waardoor de bloedsuikerspiegel stijgt.

Diabetes type 2

Bij personen met diabetes type 2 werkt de insuline onvoldoende in op de cellen (insulineresistentie), vaak wordt ook onvoldoende insuline aangemaakt. Deze aandoening wordt bevorderd door slechte leefgewoonten en komt doorgaans voor bij volwassenen ouder dan 40 jaar. Deze aandoening komt echter ook voor bij adolescenten met overgewicht. De informatie die wordt verstrekt in ‘Mijn Thuisdokter, Mijn gezondheid’ heeft betrekking op diabetes type 2.

Dialyse

Gebruik van de kunstnier, waarbij een patiënt verschillende keren per week aan een machine wordt gelegd, die het filter- en zuiveringswerk van de nieren overneemt als deze hiertoe niet langer in staat zijn.

Dopplerecho

Techniek waarmee de stroming van het bloed in slagaders en venen kan worden geëvalueerd.

Echocardiografie

Echografisch onderzoek van het hart, waarmee een anatomisch en functioneel beeld van het hart kan worden gemaakt.

Echodoppler-Dopplerechografie

Techniek waarmee de stroming van het bloed in slagaders en venen kan worden geëvalueerd.

Elektrocardiogram

Registratie van de elektrische activiteit van het hart. Hiermee kunnen bepaalde hartziekten zoals een infarct, ritmestoornissen enz. worden gediagnosticeerd.

Glucose

Suiker afkomstig van koolhydraten uit de voeding, of aangemaakt door het organisme (meer specifiek de lever). Het is de voornaamste energiebron van het lichaam.

Glycemie

Glucoseconcentratie in het bloed. Een normale nuchtere glycemie is lager dan 100 mg/dl. Een nuchtere glycemiewaarde hoger dan 126 mg/dl bij twee metingen bevestigt de aanwezigheid van diabetes.

Hartfalen

Onvermogen van het hart om voldoende bloed doorheen de aders te pompen om te voldoen aan de zuurstofbehoefte van het organisme.

Hypertensieve encefalopathie

Verwikkeling van arteriële hypertensie. Bij ernstige verhoging van de bloeddruk kan hersenbeschadiging ontstaan.

maatregelen te nemen op het vlak van voeding en levensstijl

Maatregelen die gericht zijn op het duurzaam wijzigen van de levensgewoonten.

Myocardinfarct

Zware complicatie (verwikkeling) van atherosclerose van de kransslagaders rond het hart. Een infarct stemt overeen met de afsterving van een deel van de hartspier door afsluiting van een kransslagader.

Necrose

Afsterven van cellen en weefsels.

Netvlies

Een vlies achter in het oog en een lichtgevoelig orgaan dat ons in staat stelt om te zien.

Nierinsufficiëntie

Verminderd vermogen van de nieren om het bloed te filteren en te zuiveren.

Oogfundus

Oogonderzoek waarmee de achterkant van het oog kan worden onderzocht, meer specifiek het netvlies, de macula (gele vlek op het netvlies), de bloedvaten van het netvlies en de kop van de oogzenuw, om de eventuele nadelige gevolgen van hypertensie op de bloedvaten van het netvlies te evalueren.

Orthosympatische tonus

Tonus (spanning) die verantwoordelijk is voor het samentrekken van de aders.

Renine

Enzyme dat wordt afgescheiden door de nieren en dat een rol speelt in het renine-angiotensinesysteem.

Renine-angiotensine-aldosteronesysteem

Systeem dat de bloeddruk regelt en dat zich bevindt ter hoogte van de nieren.

sucre

Sucre provenant des glucides alimentaires ou produit par l’organisme (le foie, en particulier). Il est la principale source d’énergie du corps.

Syncope

Perte de connaissance brève en rapport avec une diminution de la perfusion du cerveau

Ureum

Stikstofhoudende afvalstof afkomstig van de afbraak van eiwitten door de lever. Een verhoogde ureumconcentratie wijst meestal op een nieraandoening.

Vasopresseur

Substance qui fait monter la tension artérielle et contracte les artères.