Woordenlijst
Allergenen
Stof, deeltje, organisch materiaal dat/die bij contact met een persoon die tevoren is gesensibiliseerd een allergische reactie kan uitlokken.
Antileukotriënen
Ontstekingswerende geneesmiddelen die worden gebruikt in de basisbehandeling van astma. Ze werken door de werking van leukotriënen (stoffen die de bronchiën doen vernauwen en de ontsteking en afscheiding van slijmen doen toenemen) te blokkeren. Ze worden toegediend in de vorm van tabletten.
Antistoffen
Eiwitten die door het lichaam worden aangemaakt om bepaalde deeltjes of bepaalde lichaamsvreemde micro-organismen op te sporen en te neutraliseren. Antistoffen spelen een belangrijke rol in de immuniteit. Er bestaan verschillende klassen antistoffen. Beschermende antistoffen behoren tot de klasse van de IgG's, IgM's of IgA's. De antistoffen die bij allergische reakties van belang zijn behoren tot de IgE-klasse.
Astmatiforme hoest
Doorgaans droge hoest, die een aanval kan aankondigen of de enige manifestatie van astma is.
Bèta 2-mimeticum
Een klasse van bronchusverwijdende geneesmiddelen die worden gebruikt in de basisbehandeling van astma (bèta 2-mimeticum met lange werkingsduur) of in de behandeling van astma-aanvallen (bèta 2-mimeticum met korte werkingsduur). Met deze geneesmiddelen kan bronchoconstrictie (het samentrekken van de bronchiën) worden behandeld of voorkomen.
Bronchiale provocatietest
Test waarbij aan de patiënt een stof wordt toegediend die astma uitlokt, maar op een geleidelijke en gecontroleerde manier (de test wordt meestal in het ziekenhuis uitgevoerd). De bedoeling van de test is om de diagnose astma te bewijzen als de situatie niet duidelijk is, of om de ernst van het astma te meten.
Bronchiën
De bronchiën beginnen bij het einde van de luchtpijp en monden uit in de longen.
Bronchiolen
De bronchiolen zijn de vertakkingen van de bronchiën in de longen.
Bronchospasme
Plotse en onvrijwillige samentrekking van de spieren van de bronchiën, die vooral wordt vastgesteld bij astmapatiënten en die het belangrijkste mechanisme van een 'astma-aanval' is.
Cromonen
Klasse van geneesmiddelen die jaren werden gebruikt in de basisbehandeling van astma, hoewel dat tegenwoordig nog maar zelden gebeurt (enkel cromoglycaat is bij ons verkrijgbaar) omdat er ondertussen efficiëntere medikatie werd ontwikkeld.
Desensibilisering
Techniek voor de basisbehandeling van een allergie, waarbij steeds hogere doses van het allergeen worden toegediend om het organisme eraan te laten wennen zodat het er niet meer op reageert.
Doppler-echo
Onderzoek waarmee de bloedstromen in het hart en de bloedvaten kunnen worden onderzocht.
Dosis-aerosol
Een toestel waarmee een geneesmiddel tegen astma in de vorm van kleine deeltjes wordt voortgestuwd met behulp van een drijfgas.
Droogpoederinhalator
Behandelingssysteem waarmee het geneesmiddel rechtstreeks in de bronchiën kan worden toegediend zonder gebruik van een drijfgas.
Echocardiogram
Resultaat van een echografie van het hart, waarmee een anatomisch en functioneel beeld van het hart kan worden gemaakt.
Elektrocardiogram
Opname (spoor) die overeenstemt met de elektrische activiteit van het hart en waarmee hartziekten zoals een infarct, ritmestoornissen enz. kunnen worden gediagnosticeerd.
ESW-waarden
Maximaal expiratoir volume gedurende de 1e seconde van de uitademing (Forced Expiratory Volume in 1 second), ook vaak kortweg éénsecondewaarde (ESW) genoemd. Belangrijkste meting waarmee de ernst van astma kan worden geëvalueerd.
Expiratoire piekstroom
Maximale uitademingssnelheid gemeten tijdens een geforceerde uitademing met behulp van een piekstroommeter. De piekstroom wordt gemeten in liter per minuut. Een gemiddelde normaalwaarde bedraagt voor een volwassene 400 tot 600, naargelang van de leeftijd, de lengte en het geslacht.
FEV1 (ESW)
Maximaal expiratoir volume gedurende de 1e seconde van de uitademing (Forced Expiratory Volume in 1 second), ook vaak kortweg éénsecondewaarde (ESW) genoemd. Belangrijkste meting waarmee de ernst van astma kan worden geëvalueerd.
Gastro-oesofageale reflux
Het omhoogkomen van maagsap in de slokdarm, dat kan aanvoelen als 'brandend maagzuur' of gewoon als 'regurgitatie' (oprisping, het terug naar boven komen van voedsel, soms tot in de mond of zelfs achteraan in de neus). Bepaalde personen kunnen lijden aan gastro-oesofageale reflex zonder dat ze ook maar het minste symptoom vertonen.
Grassen
Familie van planten die bij ons vooral rond mei-juni stuifmeel produceren en verantwoordelijk zijn voor hooikoorts. Het zijn planten die worden gebruikt om hooi te maken - vandaar hun naam - maar het gedroogde hooi veroorzaakt veel minder allergie dan de verse planten in juni.
Hartdecompensatie
Ook hartfalen genoemd: onvermogen van het hart om voldoende bloed in de aders te pompen om te voldoen aan de zuurstofbehoeften van het organisme.
Hyperreactiviteit
Overgevoeligheid van een slijmvlies voor een allergeen of irriterende stof. Bij astma spreken we van bronchiale hyperreactiviteit.
Inhalatiecorticoïde
Klasse van zeer krachtige ontstekingswerende geneesmiddelen die worden gebruikt in de basisbehandeling van astma. Ze worden toegediend via dosis-aerosols.
Kruiden
Algemene naam die wordt gegeven aan heel uiteenlopende planten, die stuifmeel kunnen produceren van april tot september. Ze veroorzaken veel minder frekwent allergie dan grasachtigen . Voorbeelden zijn weegbree, alsem, ganzevoet, zuring...
Mijtachtigen
Minuscule diertjes die met het blote oog niet te zien zijn (grootte: ongeveer 0,3 mm lang) en die in huisstof zitten (vooral stof van textiel). Ze zijn de belangrijkste bron van allergieën in België. Huisstofmijten ontwikkelen zich in een warme en vochtige omgeving en voeden zich vooral met huidschilfers van mensen. Het zijn hun uitwerpselen die allergie veroorzaken; de uitwerpselen zijn hele kleine deeltjes die verspreid worden in matrassen, kussens, tapijt,...
Ontsteking
Ontsteking is een geheel van reacties van het organisme op een aanval (blessure, infectie, allergeen,…)
Piekstroommeter
Een toestel om de maximale uitademingssnelheid te meten (expiratoire piekstroom of PEF 'peak flow' in het Engels) van een astmapatiënt tijdens een geforceerde uitademing. Het is nuttig in verschillende situaties: om na te gaan of iemand wel degelijk astma heeft, om de evolutie van de ziekte of de doeltreffendheid van de behandeling op te volgen, of om een aanval te voorspellen.
Pneumothorax (klaplong)
Loslating en verzwakking van een long in de borstholte als gevolg van een klein gaatje in de wand. Kan een verwikkeling zijn van een zware astma-aanval.
Pols
Snelheid waarmee het hart klopt (pulsaties). We spreken van bradycardie als de pols te traag is (< 40/min.) of van tachycardie als de pols te snel is (> 120/min.).
Rinitis
Ontsteking van het neusslijmvlies
Saturatiemeting
Meting van de zuurstofconcentratie in het bloed, uitgedrukt in percentage maximale oxygenatie (normaalwaarde: > 95 %). Het toestel dat voor deze meting wordt gebruikt, is een saturatiemeter.
Spirometrie
Meting van de ademhalingsfunctiewaarden met behulp van een spirometer.
Tachycardie
Versnelling van het hartritme (> 120 pols/min.).
Verstuiver
Elektrisch toestel dat in de apotheek kan worden gekocht of gehuurd en waarmee geneesmiddelen in vloeibare vorm kunnen worden toegediend zonder dat de patiënt een inspanning moet leveren om ze in te ademen. Het is geschikt voor jonge kinderen of voor de behandeling van aanvallen.