Controle bij volwassenen

Controle bij volwassenen

Op het gebied van medicatie controleert de arts of de patiënt geen bijwerkingen vertoont. Dit gebeurt tijdens een gesprek.

Na één of twee maanden wordt de doeltreffendheid van de behandeling geëvalueerd. De arts controleert of de symptomen verbeterd zijn en stelt vragen over eventuele veranderingen in de levenskwaliteit.

Als er geen verbetering is opgetreden, bespreekt de arts met u hoe u uw behandeling opvolgt en probeert hij u te helpen de behandeling beter toe te passen. Indien nodig versterkt hij de behandeling door over te schakelen op een ander geneesmiddel of door een ander geneesmiddel aan de behandeling toe te voegen.

Na nog eens drie maanden bekijkt hij de situatie samen met u opnieuw. Als de symptomen verdwenen zijn, kan hij besluiten om te proberen de behandeling te staken, onmiddellijk of na een bepaalde periode. Jammer genoeg bestaan er gevallen van overactiviteit van de blaas die levenslang aanwezig blijven.

Bij gebrek aan verbetering van de toestand kunnen aanvullende onderzoeken aangevraagd worden om een nog onbekende oorzaak van het probleem op te sporen. Soms moet een chirurgische ingreep overwogen worden.