De urinewegen

De urinewegen worden gevormd door organen die urine produceren en het mogelijk maken die urine af te voeren uit het lichaam. Ze bestaan uit de twee nieren, de nierbekkens, de urineleiders, de blaas en de urinebuis (plasbuis).

Bij mannen loopt het onderste deel van de blaas door de prostaat. De prostaat maakt geen deel uit van de urinewegen maar is een bestanddeel van het voortplantingsstelsel.

De nieren zijn twee organen van een vijftiental centimeter hoog in de vorm van een boon. Ze filteren het bloed en halen er de afvalstoffen uit in de vorm van urine. Ze bevinden zich in de lage rug, helemaal aan de achterzijde.

De nierbekkens zijn twee opvangreservoirs in de vorm van een trechter, die de urine uit de nieren opvangen en ze via de urineleiders naar de blaas voeren.

De urineleiders zijn twee kanaaltjes die ontspringen aan de uitgang van de nierbekkens. Ze vormen in zekere zin de schacht van de trechters. Ze lopen langs beide zijden van de wervelkolom en komen uit in de blaas.

De blaas is een rekbaar reservoir, dat zich diep in het bekken bevindt. Dankzij de wand, die uit spierweefsel bestaat, kan de urine naar buiten gedreven worden op het moment dat de blaaswand samentrekt. De urine wordt afgevoerd via één buis, de plasbuis, waarvan het eerste deel is verbonden met een kegelvormig onderdeel van de blaas, de blaashals genoemd. Bij mannen loopt de blaashals door de prostaat.

De plasbuis is de laatste buis. Bij mannen eindigt ze op de top van de eikel. Bij vrouwen is ze korter en eindigt ze in de vulva.