Diagnose

Diagnose

Arteriële hypertensie wordt vaak toevallig gediagnosticeerd bij een bloeddrukmeting tijdens een gewone consultatie bij uw behandelende arts.
Eén bloeddrukmeting volstaat niet om de diagnose te stellen.

Uiteenlopende omstandigheden (gewoon al de aanwezigheid van de arts, stress, tijdelijke problemen,...) kunnen aanleiding geven tot een voorbijgaande verhoging van de bloeddruk.

Daarom zal de arts tijdens de raadpleging 3 maal de bloeddruk nemen met tussenpozen van 2 minuten. De arts kan de maatregelen herhalen tijdens meerdere bezoeken alvorens de diagnose van hypertensie te stellen. De bloeddruk wordt aan beide armen gemeten.

In geval van twijfel over de aanwezigheid van arteriële hypertensie, of om uw bloeddruk te observeren in het dagelijkse leven, kan de arts een ABM bij u plannen. ABM staat voor Ambulante Bloeddruk Monitoring. Bij dit onderzoek wordt uw bloeddruk met regelmatige tussenpozen gemeten over 24 uur. Het wordt uitgevoerd met behulp van een klein toestel dat meestal ter hoogte van de broeksriem wordt gedragen en dat is verbonden met een manchette, die vergelijkbaar is met die van de bloeddrukmeter die uw arts gebruikt.