Opsporing van colonkanker

Opsporing van colonkanker

Dikkedarmkanker is een belangrijke oorzaak van overlijden door kanker. Als deze vorm echter tijdig wordt opgespoord, zijn de kansen op genezing duidelijk hoger dan wanneer de opsporing laattijdig is. Maar in het beginstadium manifesteert de kanker zich niet altijd, hij veroorzaakt nog geen symptomen, terwijl hij dus wel kan aanwezig zijn . Als er symptomen verschijnen, bijvoorbeeld diarree, is de kanker al lang aanwezig. Hij moet dus worden opgespoord.

De personen die ouder zijn dan vijftig lopen een hoger risico op deze vorm van kanker. De eenvoudigste manier om colonkanker op te sporen, is het opsporen van bloed in de ontlasting. Dit gebeurt met een test die ‘hemoccult’ of ‘guaiac’ genoemd wordt. Voor de uitvoering van deze test worden een hele reeks voorzorgsmaatregelen in acht genomen (geen vlees eten voor de test, de tanden niet poetsen,…). Uw arts zal u deze maatregelen uitleggen. Maar deze test is niet erg nauwkeurig en als hij positief is, wil dat niet zeggen dat u kanker heeft. Daarvoor is een endoscopie van het colon nodig (een coloscopie of colonoscopie). Wegens het gebrek aan nauwkeurigheid van de detectie van bloed in de stoelgang, wordt aan personen ouder dan 50 geadviseerd om meteen een coloscopie te ondergaan. Als de gastro-enteroloog die het onderzoek uitvoert, iets verdachts of abnormaals opmerkt, een poliep bijvoorbeeld, kan hij die tijdens het onderzoek wegnemen en laten analyseren. Als hij niets vreemds opmerkt, zal hij u zeggen wanneer u volgens hem een nieuwe coloscopie moet ondergaan (afhankelijk van uw persoonlijke en familiale voorgeschiedenis).