Alle planten geven stuifmeel af, maar niet alle stuifmeel is allergeen!
Traditioneel onderscheidt men drie soorten allergene pollen. In chronologische volgorde van het voorkomen in de lucht, te beginnen vanaf de lente:
- Boompollen, vooral van de berkenfamilie (Betulaceae: hazelaar, els, haagbeuk en berk). Andere bomen zijn slechts in zeer geringe mate allergieverwekkend. Boompollen veroorzaken het meeste hinder in april (berk) en soms in februari-maart (hazelaar en els).
- Graspollen, verantwoordelijk voor de fameuze "hooikoorts". Deze alom bekende naam is bedrieglijk. Ten eerste gaat het niet om koorts. Conjunctivitis (bindvliesontsteking), eczeem, astma, netelroos zijn wel mogelijke symptomen. Ten tweede is het niet hooi dat aan de oorsprong ligt, maar wel het stuifmeel van grasachtigen. Dit pollen is vooral aanwezig in de lucht in de maand juni (van midden mei tot midden juli).
- Pollen van kruidachtige planten. Daarbij gaat het vooral om alsem (augustus), weegbree en in mindere mate zuring, madeliefje enz. Over het algemeen zijn deze pollen van minder belang voor allergische personen.
Tegenwoordig worden grasachtigen ingedeeld in de familie van de kruidachtige planten. Daartoe behoren alle planten die "soepel zijn als gras" of die in ieder geval geen hout maken.